Snipper 1 stuks gele ui en fruit in wat olie in een soeppan. Schil 125 g wortel en snij in dunne plakjes. Voeg bij de ui.
2
Kerf 1 stuk prei in de lengte in en spoel zand ertussenuit. Snij in dunne ringen. Snij 1 el gember grof. Voeg bij de ui en wortel en bak mee.
3
Verwijder eventueel minder mooie uiteinden van 150 g rabarber en snij in stukjes van ca. 3cm. Voeg bij de groenten. Pers 1 teentje knoflook erbij, voeg 1 bakje specerijen toe en schep een paar keer goed om.
4
Voeg 400 ml kokend water en ½ blokje groentebouillon toe en breng aan de kook. Laat zachtjes 6-8 minuten afgedekt koken tot de prei, wortel en rabarber zacht zijn.
5
Verwarm de oven op 180 voor 2 stuks pitabroodjes.
6
Pureer de soep met een staafmixer. Voeg daarna 200 ml kokosmelk en 1 blikje linzen (met aanhangend vocht!) toe en warm zachtjes even mee. Breng op smaak met peper, zout en evt. als nodig nog 1 tl suiker. Rabarber is ten slotte echt een zure groente, maar wel met een heel eigen unieke smaak.
7
Besprenkel de pitabroodjes met een drupje water en leg max 5 minuten in de oven.
8
Snij 50 g spitskool fijn (een klein handje pp). Draai het vuur uit en roer de spitskool erdoor. Dek af zodat ze nog een beetje slinkt (mag knapperig blijven).
9
Garneer de soep met 15 g kokosrasp en serveer met de pitabroodjes en 1 bakje tzatziki.
10
Goed om te weten: in het specerijenbakje voor 2p zit 0,5tl komijnzaadjes, 0,5 tl korianderzaadjes en 1 tl paprikapoeder. In het bakje voor 4p zit het dubbele.